My Language Exchange

Demonstrative Pronouns

Testing Text

Elapsed Time: 0.7

die (Die bloem is mooi.) (ver weg) (dee)

that (That flower is beautiful.) (far away)

dit (Dit object is rood.) (Dichtbij) (wit, kit, lit, fit, pit)

this (This object is red.) (Closeby)

dat (Wat is dat, in de verte?) (ver weg) (lat(té), what)

that (What is that, in the distance?) (far away)

deze (Is deze appel verrot?) (Dichtbij) (day-zu(ch)

this (Is this apple rotten?) (Closeby)

zo'n (zo een) (Dat is zo'n raar verhaal!) (zone, zo-un(kind)

such (a) (That is such a weird story!)

zulks (Oud: om dubbel 'dat' te voorkomen: (Dat zulks nog kan.) (z-ul(ster)x/ks)

that (Old, to avoid double 'that' (That that/this is still possible.)

gene, gindse (Oud, ver weg) (Over gindse heuvel.) (soft 'g'ay-nuh, soft 'g' (m)int-suh)

yonder, hither (Over yonder hill.)